Pilot: Play-Practice-Play

Play-Practice-Play is een model om plezier, intrinsieke motivatie en ontwikkeling van jeugdspelers te bevorderen. 

Het model komt tegemoet aan de eisen die we vanuit het jeugdbeleidsplan stellen (wedstrijd-echt trainen, voldoende prikkels en herhalingen, aandacht voor vaardigheden en doelstellingen) en aan datgene dat kinderen gewoonweg het liefste doen: wedstrijdjes spelen.

PPP is met name populair in de Verenigde Staten binnen het US Soccer. Filosofie is dat kinderen zich op basisniveau het beste ontwikkelen via wedstrijd-echte ervaringen in een plezierige omgeving die individuele groei ondersteunt.

Tijdens de tweede seizoenshelft van het seizoen 2022/23 hebben we een pilot volgens dit model bij een aantal pupillen teams gedraaid. Daarnaast zijn er onderdelen bij de JO13 getoetst. 

In de basis komt het erop neer dat de training wordt opgesplitst in drie fases: spelen (ontdekken), oefenen en nogmaals spelen (het geleerde toepassen). 

Tijdens de eerste fase, die al start zodra de eerste speler op het veld staat, wordt gestart met kleine partijvormen (1x1, 2x1, 2x2, 3x3). Tijdens de oefenfase is er aandacht voor de voetbaltechnische vaardigheden en de leeftijdsspecifieke leerdoelen. In de laatste fase, tijdens een gezamenlijke partij(4x4, 5x5), observeert de trainer of het geleerde wordt toegepast om op basis daarvan te bepalen waar er de week erna op getraind zal worden.

Vooraf aan de pilot wilden we graag antwoord krijgen op de volgende vragen:

1)  Is er (meer) plezier?
2)  Worden spelers (meer) uitgedaagd?
3)  In hoeverre maakt dit model het onze trainers makkelijker om een kwalitatief goede training te verzorgen?
4)  In hoeverre zorgt het model voor meer bewustzijn als het gaat om het trainen van voetbaltechnische vaardigheden en leeftijdsspecifieke leerdoelen?
5)  Binnen de pupillenafdeling: Legt het model voldoende de brug van jeugdbeleidsplan naar het veld?

De volgende conclusies kunnen we na afloop van de pilot trekken (gebaseerd op antwoorden van de vier trainers die het model hebben gevolgd):

• Brengt vooral bij de jongste jeugd (< 010) structuur en rust *
• Bij de jongste jeugd was er tevens meer plezier (2x partij is altijd leuk!)
• Drie van de vier trainers geven aan dat de jeugd meer uitgedaagd wordt (meer initiatief en balcontacten)
• Het samenstellen van een training wordt met name voor de minder ervaren trainers makkelijker door het model
• Er wordt eerder door de trainers gekeken naar de voetbaltechnische vaardigheden die behoren bij de leeftijd
• Drie van de vier trainers geven aan hier komend seizoen mee door te gaan, de vierde zal ook onderdelen meenemen

* In de middenbouw (010-013) wordt afwisseling op zijn tijd juist ook gewaardeerd

De uitkomsten zijn aanleiding om ook komend seizoen trainingen volgens dit model te verzorgen, in ieder geval binnen de onderbouw (JO07-JO10).

Voor meer details en de theorie/gedachtegangen achter alles zie de volgende PDF: Play-Practice-Play.pdf